Volwassen katten waarvan geen vaccinatiegegevens uit het verleden bekend zijn:
Deze moeten tweemaal gevaccineerd worden met een tussentijd van 3 weken.
De eerste enting tegen kattenziekte en niesziekte en de tweede enting tenminste tegen niesziekte.
De laatste enting mag niet jonger zijn dan 3 weken.
De laatste niesziekte enting mag niet ouder zijn dan een jaar.
Katten die jaarlijks gevaccineerd worden:
Deze krijgen meestal het ene jaar de enting tegen kattenziekte en niesziekte en het andere jaar alleen de enting tegen niesziekte.
De laatste enting mag nooit jonger zijn dan 3 weken.
De laatste niesziekte enting niet ouder dan een jaar.
Verder geldt voor alle entingen dat deze niet tijdens het verblijf mogen verlopen.